vraag 31:
Het is donker maar door de straatverlichting is er op de rijbaan waarop je rijdt een goede zichtbaarheid tot bijna 100 meter ver.
Welke lichten moet je ontsteken?
A/ De dimlichten.
B/ Geen lichten.
C/ De dimlichten of de grootlichten.
ik antwoord A, want je MOET je met de dimlichten rijden maar MOET je NIET niet met de grootlichten rijden, het MAG wel, en de vraag is "Welke lichten MOET je ontsteken". Mijn antwoord is echter fout want het juiste antwoord is :
"Tussen valavond en de ochtend moet je minstens met de dimlichten aan rijden.
Als je niemand hindert, dan mag je de dimlichten vervangen door de grootlichten. "
Mij lijkt het dat mijn antwoord dus wel juist is, gezien de verbetering zelf zegt dat je MAG en dus niet MOET?
lichten en claxon - vraag 31
Je hebt een punt, maar bij de examens (ook de goca examen) moet je steeds het meest volledige antwoord kiezen.
Stel dat een vraag gesteld wordt over wat in een auto moet aanwezig zijn:
a. gevarendriehoek
b. verbanddoosje
c. verbanddoosje en gevarendriehoek,
dan zijn a en b ook juist, maar is C het meest juist.
Als de zichtbaarheid minder is dan 100 meter op een weg buiten de bebouwde kom, dan moet je rijden met de dimlichten (of met de grootlichten als je niemand hindert.
Dus rijd je zonder de dimlichten aan, dan moet je met de grootlichten rijden.
Stel dat een vraag gesteld wordt over wat in een auto moet aanwezig zijn:
a. gevarendriehoek
b. verbanddoosje
c. verbanddoosje en gevarendriehoek,
dan zijn a en b ook juist, maar is C het meest juist.
Als de zichtbaarheid minder is dan 100 meter op een weg buiten de bebouwde kom, dan moet je rijden met de dimlichten (of met de grootlichten als je niemand hindert.
Dus rijd je zonder de dimlichten aan, dan moet je met de grootlichten rijden.