Gratis Rijbewijs Online Forum

Onze straat is een eenrichtingstraat met uitzondering van fietsers en van voertuigen van De Lijn.
Aan de linkerkant van de straat geldt een parkeerverbod, rechts niet. Bijgevolg staan alle voertuigen rechts geparkeerd, mesestal over de ganse lengte van de straat.
Vermits de straat niet breed genoeg is, kunnen auto's en bussen ( in tegengestelde richting) niet kruisen.
Wie heeft er nu voorrang indien zo een situatie zich voordoet, namelijk dat er vanuit tegengestelde richting een bus en een wagen tegelijkertijd de straat inrijden.
Bedankt.

Dag Elisabetjes,

Op een weg met eenrichtingsverkeer moet je in "normale omstandigheden" ook rechts rijden. (op enkele uitzonderingen na...)

Bij een wegversmalling moet de bestuurder, langs wiens zijde de hindernis (rechts geparkeerde auto's) is, voorrang verlenen.
Wordt het doorrijden dus belemmerd door een hindernis aan jouw kant dan ben jij dus diegene die voorrang moet verlenen.

Anderzijds, als je reeds de smalle doorgang bent ingereden nog voor dat er sprake was van eventuele tegenliggers, dan moeten deze tegenliggers jou laten verder rijden en zou je dus voorrang moeten krijgen.
Wanneer het doorrijden dus belemmerd wordt door de aanwezigheid van andere weggebruikers, moet men vertragen en/of stoppen om de tegemoetkomende weggebruikers doorgang te verlenen.

Van zodra je de mogelijkheid hebt om in deze situatie terug rechts uit te wijken, zou je dit dan wel moeten doen en dus ook opnieuw voorrang moeten verlenen aan het tegemoetkomende verkeer.

Het spreekt voor zich dat een goed verkeersinzicht en een gezonde dosis hoffelijkheid in deze situatie wel vereist is.


Mvg

De rechtspraak is niet met je akkoord, Mr Bombastic.

De verplichting voorrang te verlenen, blijft bestaan zelfs als de voorrangsplichtige eerst de versmalling in reed.

De bestuurder die moet uitwijken voor de hindernis, is en blijft voorrangsplichtig.

Vanzelfsprekend trachten we zo goed ogelijk voorrang te geven, maar soms gebeurt het wel eens in de praktijk dat je niemand ziet aankomen, de smalle doorgang inrijdt en dan duikt er plots een tegenligger op.
Gezond verstand zegt dan dat we best elkaar niet vastrijden.

Wanneer het doorrijden dus belemmerd wordt door de aanwezigheid van andere weggebruikers, moet men vertragen en/of stoppen om de tegemoetkomende weggebruikers doorgang te verlenen.

Mr. Bombastic schreef: ↑06 jun 2017, 23:37 Anderzijds, als je reeds de smalle doorgang bent ingereden nog voor dat er sprake was van eventuele tegenliggers, dan moeten deze tegenliggers jou laten verder rijden en zou je dus voorrang moeten krijgen.
Wanneer het doorrijden dus belemmerd wordt door de aanwezigheid van andere weggebruikers, moet men vertragen en/of stoppen om de tegemoetkomende weggebruikers doorgang te verlenen.

Zoals Inazuma al aangaf, is dit inderdaad juridisch volkomen verkeerd.

Het gebeurt helaas geregeld dat iemand nog snel een smalle doorgang inrijdt, niettegenstaande hij ziet dat er een tegenligger aankomt die in de smalle doorgang voorrang heeft en hij deze niet zal verlaten hebben vooraleer de tegenligger hem zou moeten kunnen inrijden. Dergelijk wangedrag is dan gebaseerd op extreem asociaal verkeersgedrag: "Ach, ik verleen hem geen voorrang, want hij zal mij toch moeten de smalle doorgang laten uitrijden."

Niet zelden wordt zo iemand dan nog gevolgd door een aantal andere bestuurders met dezelfde ingesteldheid, die ervan profitern om de eerste maar te volgen.

Nog veel erger wordt het als dergelijke lieden dan ook nog denken dat ze in de smalle doorgang voorrang zouden hebben eens ze hem ingereden zijn. Want op basis daarvan hebben ze dan ook nog het lef om de tegenligger verwijten te maken als het tot problemen komt.

Mr. Bomastic, op een dag rijd je zo onrechtmatig een smalle doorgang in, en rijd de tegenligger je vast, terwijl er intussen al een tiental auto's achter jou staan, en niemand nog een kant op kan.

Ik had dit niet verwacht van een advocaat (Mr. is de officiële afkorting van Meester).