Vraag 1691

[Beterlaatdannooit]

Vraag 1691 vraagt wie voorrang heeft; bromfietsers moeten het fietspad verlaten wegens een hindernis.
De theorie stelt expliciet:

Twee zaken die je moet onthouden:

Wanneer een fietser of een bromfietser de rijbaan oprijdt omdat het fietspad ophoudt, dan heeft hij voorrang en moeten bestuurders van wagens en motorfietsen die op de rijbaan rijden, voorrang geven.
(De reden moet dus zijn dat het fietspad ophoudt en niet dat er een hindernis op het fietspad ligt).

Niettemin is het correcte antwoord op vraag 1691 dat de bromfietser voorrang heeft. Waarom?

[Beterlaatdannooit]

Dit is overigens de eerste vraag van reeks O, 351-375.

Dank bij voorbaat!

[Benny Stinkens]

Als je goed naar de foto kijkt zie je toch dat er verder op nog geen fietspad bestaat.
Dus is jou voorwaarde toch voldaan.

[Inazuma]

Wanneer een fietser of een bromfietser de rijbaan oprijdt omdat het fietspad ophoudt, dan heeft hij voorrang

Als de fietser daarbij rechtdoor rijdt ...

Meer specifiek wordt dit niet als manoeuvre aanzien.

De voorrang baseert zich dan op het feit dat de fietser dan verder de rechterkant van de openbare weg volgt ( i.e. zo ver rechts rijdt als hij moet, eerst op fietspad, dan op de rijbaan) en daarbij dus van rechts komt en voorrang van rechts geniet.

Art. 12.4 , 3de lid :
Wordt niet als manoeuvre beschouwd : zich op het einde van een fietspad op de rijbaan begeven om rechtdoor te rijden.


Of het fietspad ophoudt, zal afhangen van de aard van de hindernis.
Als daar maar toevallig iets op ligt of staat, loopt het fietspad gewoon door.
Als de hindernis een meer permanent karakter heeft, bvb bij werken , dan kan je stellen dat het ophoudt ...

[GRO]

Ik begrijp je vraag ook niet.
Op de afbeelding is nu eens heel duidelijk te zien dat men werken bezig is om het fietspad verder door te trekken.
Dus voor de werken houdt het fietspad op.