hallo,
Ik heb een vraagje ivm het parkeren op het praktijk examen,
ik weet dat er verschillende dieptes zijn 2.00 m , 1.80 m en dan nog eentje. Maar ik vroeg me af of de lengte ook wordt aangepast aan dat van met welke auto je komt , als dat een kleinere is wordt dat dan smaller gemaakt of niet?
Alvast bedankt
groetjes
praktijk examen
Ik stuur je even een link waar het allemaal duidelijk staat uitgelegd, daar staat info over de controles.
http://www.vab.be/NL/autoadvies/rijople ... keren.aspx
Dit staat er onder andere op de website, maar best even op de website klikken, want dan zie je de andere info en de plaatjes ook.
* voor voertuigen korter dan 4 meter: de lengte van het voertuig + 2 meter
* voor voertuigen langer dan 4 meter: 1,5 maal de lengte van het voertuig
Er zijn echter marges (van -0,20 m en + 0,50 m ) in deze test. Dit betekent dat je door lottrekking de ruimte waarin je moet parkeren, kan verkleinen (maximaal 20 cm ) of vergroten (maximaal 50 cm ).
http://www.vab.be/NL/autoadvies/rijople ... keren.aspx
Dit staat er onder andere op de website, maar best even op de website klikken, want dan zie je de andere info en de plaatjes ook.
* voor voertuigen korter dan 4 meter: de lengte van het voertuig + 2 meter
* voor voertuigen langer dan 4 meter: 1,5 maal de lengte van het voertuig
Er zijn echter marges (van -0,20 m en + 0,50 m ) in deze test. Dit betekent dat je door lottrekking de ruimte waarin je moet parkeren, kan verkleinen (maximaal 20 cm ) of vergroten (maximaal 50 cm ).
-
- Medewerker
- Berichten: 3992
- Lid geworden op: 28 mar 2005, 12:02
- Locatie: Schönau am Königssee (D)
De techniek die uitgelegd wordt op de link die BBB plaatste, bevestigt wat ik reeds eerder op dit forum schreef:
Vergeet dus al de lulkoek over het kijken naar paaltjes (die er in de praktijk niet staan) en koplichten van de achterste auto (die best verkeerd geparkeerd kan staan).
Ik formuleerde het als volgt: je rijdt achteruit tot het middelpunt van je rechter achterwiel zich op dezelfde hoogte bevindt als de achterkant van de voorste wagen.Quote: Je rijdt achteruit tot de achterwielen van je wagen (auto A) gelijkkomen met de achterbumper van auto C. Dan draai je het stuur snel naar rechts om rechts in te sturen.
Als je het stuurwiel volledig rechtsaf draait, achteruit rijdt tot de auto een hoek van 45° met de rand van de rijbaan vormt, en dan volledig linksaf draait, bereik je hetzelfde resultaat (tenzij je over een voertuig met een ongewoon lange vooroverbouw zou beschikken, zoals een autobus of autocar).Quote: Je blijft zo achteruitrijden tot het midden van de wielbasis (midden tussen vooras en achteras) van je wagen gelijkstaat met de achterkant van de auto naast je (auto C). Op dat moment draai je zo snel mogelijk het stuur recht en rijd je recht achteruit.
Op het ogenblik dat het hoekpunt vooraan rechts van je eigen wagen gelijkkomt met de achterkant van de wagen naast je (auto C) draai je zo snel mogelijk het stuur volledig links. Dat stuur laat je zo staan tot je auto evenwijdig is met de rand van de rijbaan.
Vergeet dus al de lulkoek over het kijken naar paaltjes (die er in de praktijk niet staan) en koplichten van de achterste auto (die best verkeerd geparkeerd kan staan).