Waar stop ik als ik een stop bord zie en hoelang is stoppen?
Soms is er een stopstreep voor een zebrapad ,soms voor een fietspad maar vaak zie je de tijweg nog niet ,in enkele gevallen staat er een stop streep voor het fietspad en nog een 5 meter verder voor de rijweg en
ook vind je stop borden zonder dat er een stopstreep is(of ze is niet meer zichtbaar) .
Waar en hoelang stoppen bij een stopbord?
-
Jozef
- Medewerker
- Berichten: 3992
- Lid geworden op: 28 mar 2005, 12:02
- Locatie: Schönau am Königssee (D)
Beste An,
Is er geen stopstreep, dan stop je vlak vóór het stopbord. Is er een stopstreep, dan stop je vlak vóór de stopstreep.
Stoppen betekent volledig tot stilstand komen, niet bijna tot stilstand komen.
Zodra je gestopt bent, moet je alleen maar wachten tot er geen voertuigen meer zijn die je moet laten voorgaan. Zijn er geen dergelijke voertuigen, dan moet je dus onmiddellijk verder rijden.
De verplichting tot stoppen is individueel. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat de auto vóór jou stopt vóór het stopbord of de stopstreep, waardoor jij even achter die auto moet stoppen. Daardoor heb jij evenwel nog niet aan je verplichting tot stoppen ingevolge het stopbord voldaan. Zodra de auto vóór jou verder rijdt, zul ook jij op jouw beurt dus ook moeten stoppen vóór het stopbord of de stopstreep.
In vele gevallen heb je, op het ogenblik dat je gestopt bent vóór het stopbord of de stopstreep, nog geen overzicht op de voorrangsweg. In dat geval rijd je een beetje vooruit tot je dat overzicht wel hebt, en vertraag of stop je dan zo nodig opnieuw om voorrang te verlenen.
Voorrang verlenen betekent dat je diegenen die voorrang hebben totaal niet hindert bij hun doorgang. Als diegene die voorrang heeft zelfs nog maar even zijn gaspedaal moet loslaten opdat het niet tot een aanrijding met jou zou komen, dan heb je hem gehinderd, en bijgevolg geen voorrang verleend.
Als de weggebruiker die van links komt en aan wie jij voorrang moet verlenen, zijn rechter richtingaanwijzers ontsteekt om aan te geven dat hij rechtsaf de weg gaat inslaan waar jij uitkomt, zou je kunnen geneigd zijn om verder te rijden. Wees in een dergelijk geval evenwel extreem voorzichtig.
Ten eerste heb je geen zekerheid dat die bestuurder daadwerkelijk gaat doen wat je denkt. Misschien gaat hij pas even voorbij het kruispunt rechtsaf slaan, heeft hij zich vergist en gaat hij linksaf slaan, of heeft hij zijn richtingaanwijzer vergeten uit te schakelen. Je moet dus wachten tot die auto voldoende vertraagd is en het overduidelijk is dat hij de straat gaat inrijden waar jij uitkomt.
Ten tweede moet je uiterst voorzichtig zijn met wat de achterliggers van die auto gaan doen. Op het ogenblik dat die auto vertraagt en jij denkt dat je kunt verder rijden, kan er bijvoorbeeld een motorfiets die achter die auto rijdt, plots sterk versnellen en die auto inhalen. Als jij dan al aan het verder rijden bent, kom je op aanvaringskoers met die motorfiets.
Tot slot nog het volgende: soms zie je twee stopstrepen, één nog relatief ver vóór het stopbord, en één bij het stopbord. Juridisch geldt enkel de doorlopende witte dwarsstreep die zich het dichtst bij het stopbord bevindt als stopstreep. Dikwijls heeft men later echter een stopstreep willen aanbrengen die wat verder van het kruispunt verwijderd is, zodat vrachtauto's en autobussen gemakkelijker die weg kunnen indraaien. Daarbij laat de wegbeheerder geregeld na de oude stopstreep te verwijderen. Hier hangt het dus een beetje van de omstandigheden af waar je gaat stoppen om voorrang te verlenen.
Is er geen stopstreep, dan stop je vlak vóór het stopbord. Is er een stopstreep, dan stop je vlak vóór de stopstreep.
Stoppen betekent volledig tot stilstand komen, niet bijna tot stilstand komen.
Zodra je gestopt bent, moet je alleen maar wachten tot er geen voertuigen meer zijn die je moet laten voorgaan. Zijn er geen dergelijke voertuigen, dan moet je dus onmiddellijk verder rijden.
De verplichting tot stoppen is individueel. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat de auto vóór jou stopt vóór het stopbord of de stopstreep, waardoor jij even achter die auto moet stoppen. Daardoor heb jij evenwel nog niet aan je verplichting tot stoppen ingevolge het stopbord voldaan. Zodra de auto vóór jou verder rijdt, zul ook jij op jouw beurt dus ook moeten stoppen vóór het stopbord of de stopstreep.
In vele gevallen heb je, op het ogenblik dat je gestopt bent vóór het stopbord of de stopstreep, nog geen overzicht op de voorrangsweg. In dat geval rijd je een beetje vooruit tot je dat overzicht wel hebt, en vertraag of stop je dan zo nodig opnieuw om voorrang te verlenen.
Voorrang verlenen betekent dat je diegenen die voorrang hebben totaal niet hindert bij hun doorgang. Als diegene die voorrang heeft zelfs nog maar even zijn gaspedaal moet loslaten opdat het niet tot een aanrijding met jou zou komen, dan heb je hem gehinderd, en bijgevolg geen voorrang verleend.
Als de weggebruiker die van links komt en aan wie jij voorrang moet verlenen, zijn rechter richtingaanwijzers ontsteekt om aan te geven dat hij rechtsaf de weg gaat inslaan waar jij uitkomt, zou je kunnen geneigd zijn om verder te rijden. Wees in een dergelijk geval evenwel extreem voorzichtig.
Ten eerste heb je geen zekerheid dat die bestuurder daadwerkelijk gaat doen wat je denkt. Misschien gaat hij pas even voorbij het kruispunt rechtsaf slaan, heeft hij zich vergist en gaat hij linksaf slaan, of heeft hij zijn richtingaanwijzer vergeten uit te schakelen. Je moet dus wachten tot die auto voldoende vertraagd is en het overduidelijk is dat hij de straat gaat inrijden waar jij uitkomt.
Ten tweede moet je uiterst voorzichtig zijn met wat de achterliggers van die auto gaan doen. Op het ogenblik dat die auto vertraagt en jij denkt dat je kunt verder rijden, kan er bijvoorbeeld een motorfiets die achter die auto rijdt, plots sterk versnellen en die auto inhalen. Als jij dan al aan het verder rijden bent, kom je op aanvaringskoers met die motorfiets.
Tot slot nog het volgende: soms zie je twee stopstrepen, één nog relatief ver vóór het stopbord, en één bij het stopbord. Juridisch geldt enkel de doorlopende witte dwarsstreep die zich het dichtst bij het stopbord bevindt als stopstreep. Dikwijls heeft men later echter een stopstreep willen aanbrengen die wat verder van het kruispunt verwijderd is, zodat vrachtauto's en autobussen gemakkelijker die weg kunnen indraaien. Daarbij laat de wegbeheerder geregeld na de oude stopstreep te verwijderen. Hier hangt het dus een beetje van de omstandigheden af waar je gaat stoppen om voorrang te verlenen.