Trek denkbeeldige lijnen om de rand van de rijbaan waar bestuurders van rechts komen, te verlengen tot op het kruispunt. In gans dit gebied heeft de bestuurder die van rechts komt voorrang, en mag je hem niet hinderen, ook al rijdt hij niet voldoende aan de rechterkant van de rijbaan of draait hij wat te kort naar links af.
Bovendien bepaalt het verkeersreglement:
Je stopt dus best zo nodig vóór het verlengde van de randen van de rijbaan die van rechts komt. Anders kan het bijvoorbeeld gebeuren dat de bestuurder die van rechts komt, even stopt omdat hij twijfelt welke richting hij uitmoet, en er ondertussen een voertuig van links komt dat jij hindert. Ook als er een prioritair voertuig verschijnt, kun je anders in moeilijkheden geraken om onmiddellijk doorgang te verlenen.Quote: AR 14.2. Zelfs indien verkeerslichten het toelaten, mag een bestuurder een kruispunt niet oprijden wanneer het verkeer zodanig belemmerd is dat hij waarschijnlijk op het kruispunt zou moeten stoppen en aldus het dwarsverkeer zou hinderen of beletten.
De doorgang altijd zoveel mogelijk vrijwaren is een goede gewoonte. Bij langzaam verkeer in twee evenwijdige files bijvoorbeeld rijd je best zoveel mogelijk links op de linker rijstrook en zoveel mogelijk rechts op de rechterrijstrook, zodat er zo nodig een prioritair voertuig tussendoor kan. Er kan een mensenleven van afhangen.