LICHTEN en CLAXON
Vraag 23
Tussen valavond en het aanbreken van de dag mag ik mijn claxon niet gebruiken, maar moet ik knipperen met de lichten.
A. Niet juist.
B. Juist.
Hier verwacht hij "Juist", terwijl er wel degelijk sprake is van de nogal grote uitzondering "bij dreigend gevaar".
Lijkt me dus nogal raar dat je zo doet lijken dat je in de nacht niet mag "toeteren" (bij gevaar).
Claxon
Beste Sakke
In de vraag staat niets over dreigend gevaar.
Je moet dus de algemene regel toepassen.
Dat moet je zo ook doen op het GOCA examen.
Als de vraag was geweest:
Om een ongeval te voorkomen mag je 's nachts je claxon gebruiken
JUIST of NIET JUIST
Dan zou het antwoord JUIST geweest zijn.
Of
Als een politieagent 's nachts bij een controle je claxon wilt controleren, mag je hem gebruiken
JUIST of NIET JUIST
Dan zou het antwoord ook JUIST geweest zijn.
Dus tijdens het examen alleen lezen wat er staat en er geen zaken of uitzonderingen bij fantaseren. Als men het daarover wil hebben, dan schrijft men het ook in de vraag.
In de vraag staat niets over dreigend gevaar.
Je moet dus de algemene regel toepassen.
Dat moet je zo ook doen op het GOCA examen.
Als de vraag was geweest:
Om een ongeval te voorkomen mag je 's nachts je claxon gebruiken
JUIST of NIET JUIST
Dan zou het antwoord JUIST geweest zijn.
Of
Als een politieagent 's nachts bij een controle je claxon wilt controleren, mag je hem gebruiken
JUIST of NIET JUIST
Dan zou het antwoord ook JUIST geweest zijn.
Dus tijdens het examen alleen lezen wat er staat en er geen zaken of uitzonderingen bij fantaseren. Als men het daarover wil hebben, dan schrijft men het ook in de vraag.
-
Jozef
- Medewerker
- Berichten: 3992
- Lid geworden op: 28 mar 2005, 12:02
- Locatie: Schönau am Königssee (D)
@ Sakke:
Ik heb het met dat soort vragen destijds ook altijd enorm moeilijk gehad. Want strikt genomen heb jij natuurlijk 100% gelijk als je rekening houdt met die uitzondering.
Hoe weet je dan wat ze op het examen willen dat je antwoordt? Wel, als er in de vraag geen sprake is van uitzonderingen, dan doe je even alsof er geen uitzonderingen bestaan.
Ik zal je even een ander voorbeeld geven. Veronderstel dat men je vraagt of je een vast oranjegeel verkeerslicht mag voorbijrijden, ja of neen. Je kunt deze vraag op twee manieren beantwoorden:
Ja, op voorwaarde dat je bij het aangaan het licht zo dicht genaderd bent, dat je niet meer op voldoende veilige wijze kunt stoppen.Neen, behalve indien je bij het aangaan het licht zo dicht genaderd bent, dat je niet meer op voldoende veilige wijze kunt stoppen.Het komt op hetzelfde neer, maar op het examen willen ze het tweede antwoord horen: neen. Je geeft dus het antwoord dat overeenstemt met de algemene regel.
Ik heb het met dat soort vragen destijds ook altijd enorm moeilijk gehad. Want strikt genomen heb jij natuurlijk 100% gelijk als je rekening houdt met die uitzondering.
Hoe weet je dan wat ze op het examen willen dat je antwoordt? Wel, als er in de vraag geen sprake is van uitzonderingen, dan doe je even alsof er geen uitzonderingen bestaan.
Ik zal je even een ander voorbeeld geven. Veronderstel dat men je vraagt of je een vast oranjegeel verkeerslicht mag voorbijrijden, ja of neen. Je kunt deze vraag op twee manieren beantwoorden:
Ja, op voorwaarde dat je bij het aangaan het licht zo dicht genaderd bent, dat je niet meer op voldoende veilige wijze kunt stoppen.Neen, behalve indien je bij het aangaan het licht zo dicht genaderd bent, dat je niet meer op voldoende veilige wijze kunt stoppen.Het komt op hetzelfde neer, maar op het examen willen ze het tweede antwoord horen: neen. Je geeft dus het antwoord dat overeenstemt met de algemene regel.
-
Benny Stinkens
- Administrator
- Berichten: 6824
- Lid geworden op: 27 apr 2005, 00:00
- Locatie: Dilsen
Quote: Artikel 33. - Gebruik van de geluidstoestellen.
33.1. Het is verboden andere toestellen voor het geven van geluidssignalen te gebruiken dan die welke voorzien zijn in dit reglement of in de technische reglementen van de auto’s of van de bromfietsen en motorfietsen.
33.2. Geluidssignalen moeten zo kort mogelijk zijn. Zij zijn alleen toegelaten om een noodzakelijke waarschuwing te geven ten einde een ongeval te voorkomen en, buiten de bebouwde kommen, wanneer men een bestuurder die men wil inhalen moet waarschuwen.
33.3 Tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag, behalve bij dreigend gevaar, moeten de geluidssignalen vervangen worden door het kortstondig en afwisselend aansteken van de grootlichten en de dimlichten.
Bezit paardenkrachten onder je motorkap, stop een tijger in je tank, maar wees geen ezel achter het stuur.