Beste,
Het antwoord op deze vraag zou volgens mij A of C moeten zijn, maar hier is C juist. In de theorie staat er echter dat in deze situatie de dimlichten en/of grootlichten moeten branden.
Kunt u mij verder helpen?
Mvg,
Camille
vraag 2698
-
Benny Stinkens
- Administrator
- Berichten: 6824
- Lid geworden op: 27 apr 2005, 00:00
- Locatie: Dilsen
Re: vraag 2698
30.1. Motorvoertuigen :
1° Vooraan, de dimlichten of de grootlichten, die gelijktijdig mogen gebruikt worden.
De grootlichten moeten echter gedoofd en door de dimlichten vervangen worden :
a) bij het naderen van een tegemoetkomende weggebruiker, op de nodige afstand opdat deze laatste zijn weg gemakkelijk en zonder gevaar zou kunnen voortzetten, en in ieder geval zodra een bestuurder zijn grootlichten achtereenvolgens snel ontsteekt en dooft om te kennen te geven dat hij verblind wordt;
b) bij het naderen van een spoorvoertuig of een boot waarvan de bestuurder of de stuurman door de grootlichten zou kunnen verblind worden;
c) wanneer het voertuig een ander voertuig op minder dan 50 meter afstand volgt, behalve wanneer het inhaalt;
d) wanneer de rijbaan onafgebroken en voldoende verlicht is zodat de bestuurder in staat is tot op ongeveer 100 meter duidelijk te zien.
In het algemeen mag je dus rijden met gelijktijdig de dimlichten en de grootlichten.
Maar als de rijbaan voldoende verlicht is moeten de grootlichten dus gedoofd worden.
In de vraag is het overdag, dus gaan we er van uit dat het zicht ongeveer duidelijk 100 meter is
1° Vooraan, de dimlichten of de grootlichten, die gelijktijdig mogen gebruikt worden.
De grootlichten moeten echter gedoofd en door de dimlichten vervangen worden :
a) bij het naderen van een tegemoetkomende weggebruiker, op de nodige afstand opdat deze laatste zijn weg gemakkelijk en zonder gevaar zou kunnen voortzetten, en in ieder geval zodra een bestuurder zijn grootlichten achtereenvolgens snel ontsteekt en dooft om te kennen te geven dat hij verblind wordt;
b) bij het naderen van een spoorvoertuig of een boot waarvan de bestuurder of de stuurman door de grootlichten zou kunnen verblind worden;
c) wanneer het voertuig een ander voertuig op minder dan 50 meter afstand volgt, behalve wanneer het inhaalt;
d) wanneer de rijbaan onafgebroken en voldoende verlicht is zodat de bestuurder in staat is tot op ongeveer 100 meter duidelijk te zien.
In het algemeen mag je dus rijden met gelijktijdig de dimlichten en de grootlichten.
Maar als de rijbaan voldoende verlicht is moeten de grootlichten dus gedoofd worden.
In de vraag is het overdag, dus gaan we er van uit dat het zicht ongeveer duidelijk 100 meter is
Bezit paardenkrachten onder je motorkap, stop een tijger in je tank, maar wees geen ezel achter het stuur.
Re: vraag 2698
Dankuwel voor het antwoord. Ik heb dan nog wel een aansluitend laatste vraagje: op de foto in de vraag is het overdag, maar de foto is tegelijk toch zeer donker. In de theorie staat:
De dimlichten en/of de grootlichten moeten aangezet worden:
-Donker: Zodra het buiten donker wordt of als het donker is: tussen het vallen van de duisternis en aanbreken van de dag.
-Tijdens de dag: bij regen, wanneer je niet verder kunt zien dan 200 meter;
bij mist, wanneer je niet verder kunt zien dan 200 meter;
bij sneeuwval, wanneer je niet verder kunt zien dan 200 meter;
of ANDERE OMSTANDIGHEDEN, (vb rook bij brand) wanneer je niet verder kunt zien dan 200 meter.
Wat zijn dan precies die "andere omstandigheden" (buiten rook bij brand), is deze vraag er geen?
De dimlichten en/of de grootlichten moeten aangezet worden:
-Donker: Zodra het buiten donker wordt of als het donker is: tussen het vallen van de duisternis en aanbreken van de dag.
-Tijdens de dag: bij regen, wanneer je niet verder kunt zien dan 200 meter;
bij mist, wanneer je niet verder kunt zien dan 200 meter;
bij sneeuwval, wanneer je niet verder kunt zien dan 200 meter;
of ANDERE OMSTANDIGHEDEN, (vb rook bij brand) wanneer je niet verder kunt zien dan 200 meter.
Wat zijn dan precies die "andere omstandigheden" (buiten rook bij brand), is deze vraag er geen?
Re: vraag 2698
Oke, maar zou het antwoord op vraag 2698 dan niet inderdaad A en C kunnen zijn?
(De vraag is "De zichtbaarheid is overdag minder dan 200m. Welke lichten moet je normaal aanzetten?"
A: de grootlichten, B: de voorste mistlichten, C: de dimlichten)
(De vraag is "De zichtbaarheid is overdag minder dan 200m. Welke lichten moet je normaal aanzetten?"
A: de grootlichten, B: de voorste mistlichten, C: de dimlichten)