Charlotte12 schreef: ↑28 jul 2017, 08:21
Hallo Jozef,
De rijprof vermeld hierboven dat je wel lichtjes mag remmen als koppeling ingeduwd is. Dit is echter zeer verleiderlijk. Ik heb dit eenmaal geprobeerd en dat is wel echt handig.
Ik rem wel tot 30 km/h maar ik heb wel af en toe het shokken. Vandaar doe ik dit. De oorzaak is gewoon dat ik mijn koppeling te snel loslaat zeker?
Goed, mijn beste Charlotte, dan gaan we vandaag even kijken hoe één en ander werkt. Niet bang zijn, ik zal het heel eenvoudig uitleggen. Maar als je begrijpt hoe de koppeling werkt, begrijp je ook hoe je best schakelt en wat er zoal kan mislopen, en hoef je niets meer uit het hoofd te onthouden.
Ga eens naar de keuken op zoek naar twee ongeveer even grote deksels met een ronde top, zodat je daarmee de deksels kunt doen draaien. Zeg dat je gaat leren koppelen en dat iedereen moet blijven zitten als ze niet overhoop gereden willen worden.
Houd de deksels met de binnenkanten tamelijk dicht bij elkaar. De motor doet het linker deksel draaien. Het rechter deksel is via de versnellingsbak verbonden met de aandrijfwielen, en omdat de auto aan het rijden is (loop maar met je deksels door het huis), draait aldus ook het rechter deksel.
Dit is de ontkoppelde stand, dus wanneer het koppelingspedaal ingedrukt is. Er is geen verbinding tussen de motor en de aandrijfwielen, elk deksel kan zo snel of zo traag draaien als het wil zonder dat dat invloed heeft op het andere deksel.
Nu gaan we koppelen: we laten het koppelingspedaal geleidelijk opkomen, waardoor de deksels geleidelijk dichter bij elkaar komen tot ze elkaar lichtjes raken. Dit is het aangrijpingspunt van de koppeling: de deksels schuiven nu tegen elkaar en proberen daardoor beide op hetzelfde toerental te komen. Als we het koppelingspedaal nog verder laten opkomen, gaan de deksels zo sterk tegen elkaar drukken, dat ze beide wel even snel moeten draaien.
En nu gaan we terugschakelen van 3de naar 2de versnelling.
Je hebt je snelheid in 3de versnelling vermindert tot beide deksels nog ongeveer tegen 1.200 toeren per minuut draaien. Nu druk je het koppelingspedaal in. Omdat je geen gas meer geeft, zal de draaisnelheid van het linker deksel terugvallen tot ongeveer 800 toeren per minuut (het stationaire toerental van de motor).
Je schakelt van 3de naar 2de versnelling. Daardoor gaat het rechter deksel, bij dezelfde wagensnelheid, sneller draaien, bijvoorbeeld tegen 2.000 toeren per minuut.
Ideaal is dan dat je, vooraleer opnieuw te koppelen, ervoor zorgt dat beide deksels ongeveer even snel draaien. Daartoe breng je met het gaspedaal de motor ook op ongeveer 2.000 toeren. Als je daarin geslaagd bent, zul je niets voelen op het ogenblik dat door het koppelen (loslaten van het koppelingspedaal) de deksels tegen elkaar komen, en loopt de koppelingsplaat zo goed als geen slijtage op.
Als het niet naar wens verloopt, kunnen twee factoren daarbij een rol spelen:
- Het motortoerental op het ogenblik dat je het koppelingspedaal laat opkomen.
Dat kan te laag zijn omdat je geen gas geeft of niet genoeg gas op het ogenblik dat je het koppelingspedaal laat opkomen.
Omgekeerd kan het motortoerental te hoog zijn omdat je teveel gas geeft.
Hoe groter het verschil in draaisnelheid van de twee deksels, hoe meer ze eerst tegen elkaar gaan wrijven vooraleer ze beide dezelfde draaisnelheid hebben. Bij de auto betekent dit onnodige slijtage van de koppelingsplaat.
.
- De snelheid waarmee je het koppelingspedaal laat opkomen als het motortoerental te laag of te hoog is.
- Je laat het koppelingspedaal nogal snel opkomen.
- Het motortoerental is te laag, waardoor het linker deksel zal proberen het rechter deksel te vertragen: je voelt een schok waarbij de wagen kortstondig vertraagt.
- Het motortoerental is te hoog, waardoor het linker deksel zal proberen het rechter deksel te versnellen: je voelt een schok waarbij de wagen kortstondig versnelt.
- Je laat het koppelingspedaal erg langzaam opkomen.
Nu gaan de deksels heel geleidelijk tegen elkaar en op dezelfde draaisnelheid komen, zodat je geen schok voelt. Maar omdat je het koppelingspedaal erg langzaam laat opkomen, gaan de deksels erg lang tegen elkaar wrijven, wat zeer veel slijtage voor de koppelingsplaat oplevert.
Als je wagen een toerenteller heeft, kun je bij het koppelen daaraan zien hoe je dosering van het gaspedaal vóór het opnieuw koppelen was:
- Het motortoerental verhoogt plots: je hebt geen of niet genoeg gas gegeven.
- Het motortoerental verlaagt plots: je hebt teveel gas gegeven.
- Het motortoerental verandert maar weinig: proficiat!
Met wat je nu weet, kun je zelf beslissen of je wil blijven remmen tijdens het terugschakelen:
- Op een nagenoeg horizontaal wegdek kun je daardoor de motor niet met het gaspedaal op het vereiste toerental brengen. Je verdoezelt er een beetje een schok mee, doch je schakelt niet correct, de koppelingsplaat gaat snel versleten zijn.
- Op een sterke afdaling rem ik tijdens het terugschakelen om te vermijden dat de snelheid van de wagen teveel toeneemt. Maar zodra ik in 2de versnelling sta: met het gaspedaal de motor op het vereiste toerental brengen en terwijl het koppelingspedaal laten opkomen.
- Op een sterke bergop vertraagt de wagen vanzelf al als je ontkoppelt. Als je dan nog bijremt, zou het wel eens kunnen dat hij stilstaat tegen dat je de 2de versnelling ingeschakeld hebt.
Ik hoop dat je hieraan wat hebt. Zoals altijd: stel gerust vragen.