voetgangers - vraag 10

Vragen over de leerstof i.v.m. het Rijbewijs B.
Tommy

voetgangers - vraag 10

Bericht door Tommy »

Vraag 10 in het hoofdstuk over "de zwakke voetganger" stelt dat je geen voorrang moet verlenen aan voetgangers als je als bestuurder op een kruispunt het verkeersbord B1 tegenkomt (en er geen zebrapad is). Klopt dit wel? In de theorie over de verkeersborden staat niet dat je geen voorrang aan voetgangers moet verlenen.

Groetjes

Tommy
Jozef
Medewerker
Berichten: 3992
Lid geworden op: 28 mar 2005, 12:02
Locatie: Schönau am Königssee (D)

Bericht door Jozef »

Beste Thommy,

De voorrang van rechts en de voorrang uit hoofde van de voorrangsborden geldt enkel tussen bestuurders onderling, niet tussen bestuurders en voetgangers.

Op dit kruispunt wordt het verkeer niet geregeld door een bevoegd persoon of verkeerslichten, en is er ook geen oversteekplaats voor voetgangers. Als bestuurder moet je er dus aan geen enkele voetganger voorrang verlenen.

Maar om het weer wat ingewikkelder te maken: denk nu niet dat, als er daar toch een voetganger oversteekt zonder jouw voorrang te geven, je hem zomaar ongestraft kunt opscheppen. Er zijn immers ook nog de volgende regels:
Quote: AR 7.1.
...
Onverminderd de naleving van de bepalingen in dit reglement mag de bestuurder kwetsbaardere verkeersdeelnemers niet in gevaar brengen, met name wanneer het gaat om fietsers en voetgangers, inzonderheid wanneer het kinderen, bejaarden of personen met een handicap betreft.

Hieruit volgt dat, onverminderd de artikelen 40.2 en 40ter, tweede lid, elke bestuurder dubbel voorzichtig moet zijn bij aanwezigheid van dergelijke kwetsbaardere weggebruikers, of wanneer hun aanwezigheid op de openbare weg kan voorzien worden, in het bijzonder op een openbare weg zoals gedefinieerd in artikel 2.38.
"Kwetsbaardere bestuurders" is een ruimer begrip dan "zwakke weggebruikers". Zwakke weggebruikers zijn enkel voetgangers en fietsers. Een bestuurder van een personenauto is bijvoorbeeld een "kwetsbaardere bestuurder" dan een bestuurder van een autocar.

Voormeld AR 2.38 gaat over een bijzondere openbare weg, namelijk een straat:
Quote: AR 2.38. "Straat": een openbare weg in een bebouwde kom die geheel of gedeeltelijk omgeven is met bebouwing en met toegangen tot activiteiten langs de weg en die gekenmerkt is door het gedeeld gebruik van de ruimte door verschillende soorten weggebruikers. De wegen die gelegen zijn in een zone 30, ofwel in een woonerf of erf, zijn straten.
Quote: AR 40.2. De bestuurder moet dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen, bejaarden of personen met een handicap, inzonderheid blinden met een witte of een gele stok en de personen met een handicap die een voertuig besturen dat zijzelf voortbewegen of dat uitgerust is met een elektrische motor waarmee niet sneller dan stapvoets kan gereden worden. Hij moet vertragen en zo nodig stoppen.
Tommy

Bericht door Tommy »

Dank je Jozef voor deze verduidelijking.
Plaats reactie