door Jozef » 02 aug 2017, 00:14
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee soorten "oldtimers".
Enerzijds zijn er de oude wagens die niet zijn ingeschreven als oldtimer (O-kenteken). Daarvoor gelden geen beperkingen.
Daarnaast zijn er de oude wagens die wel zijn ingeschreven als oldtimer (O-kenteken). Vele eigenaars hebben zeer veel geld en tijd geïnvesteerd om hun oldtimer te restaureren volgens de regels van de kunst. Ook daarna besteden ze meestal meer tijd om hun oldtimer te verzorgen en te onderhouden dan om ermee te rijden. Ca. 40% van deze juweeltjes komen in de winter niet buiten vanwege het uiterst agressieve strooizout. In de zomer worden er bij goed weer en rustig verkeer uitstapjes mee gemaakt, niet om haastig van A naar B te rijden, doch om rustig te genieten van het ritje. Dergelijke oldtimers rijden vrijwel nooit meer dan 5.000 km per jaar.
In vele landen erkent de overheid deze oldtimers als kultureel erfgoed dat getuigt van de tijd waarin ze hun rol speelden in de maatschappij, en komt ze daarom deze oldtimer-bezitters tegemoet. In België bijvoorbeeld geldt voor deze oldtimers een voordelig inschrijvingstarief en een lage verkeersbelasting. Daarbij legt de overheid beperkingen op om misbruik van deze voordelen te vermijden door lieden voor wie een oldtimer alleen maar een oud voertuig is om de dagelijkse verplaatsingen te doen.
Ook de verzekeringspremies voor deze wagens zijn bijzonder laag, want echte oldtimerliefhebbers houden zoveel van hun oldtimer, dat ze echt wel alles doen wat ze kunnen om een ongeval te vermijden. In verhouding gebeuren er dan ook zeer weinig ongevallen met deze oldtimers. In tegenstelling tot een recentere wagen, daalt bij een oldtimer de in omnium verzekerde waarde niet met de jaren. Integendeel, je kunt ze zelfs laten verhogen, want vele oldtimers stijgen voortdurend in waarde. Maar om een dergelijke oldtimerverzekering te bekomen, moet er wel een andere wagen in het gezin zijn waarmee de alledaagse verplaatsingen gedaan worden.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee soorten "oldtimers".
Enerzijds zijn er de oude wagens die niet zijn ingeschreven als oldtimer (O-kenteken). Daarvoor gelden geen beperkingen.
Daarnaast zijn er de oude wagens die wel zijn ingeschreven als oldtimer (O-kenteken). Vele eigenaars hebben zeer veel geld en tijd geïnvesteerd om hun oldtimer te restaureren volgens de regels van de kunst. Ook daarna besteden ze meestal meer tijd om hun oldtimer te verzorgen en te onderhouden dan om ermee te rijden. Ca. 40% van deze juweeltjes komen in de winter niet buiten vanwege het uiterst agressieve strooizout. In de zomer worden er bij goed weer en rustig verkeer uitstapjes mee gemaakt, niet om haastig van A naar B te rijden, doch om rustig te genieten van het ritje. Dergelijke oldtimers rijden vrijwel nooit meer dan 5.000 km per jaar.
In vele landen erkent de overheid deze oldtimers als kultureel erfgoed dat getuigt van de tijd waarin ze hun rol speelden in de maatschappij, en komt ze daarom deze oldtimer-bezitters tegemoet. In België bijvoorbeeld geldt voor deze oldtimers een voordelig inschrijvingstarief en een lage verkeersbelasting. Daarbij legt de overheid beperkingen op om misbruik van deze voordelen te vermijden door lieden voor wie een oldtimer alleen maar een oud voertuig is om de dagelijkse verplaatsingen te doen.
Ook de verzekeringspremies voor deze wagens zijn bijzonder laag, want echte oldtimerliefhebbers houden zoveel van hun oldtimer, dat ze echt wel alles doen wat ze kunnen om een ongeval te vermijden. In verhouding gebeuren er dan ook zeer weinig ongevallen met deze oldtimers. In tegenstelling tot een recentere wagen, daalt bij een oldtimer de in omnium verzekerde waarde niet met de jaren. Integendeel, je kunt ze zelfs laten verhogen, want vele oldtimers stijgen voortdurend in waarde. Maar om een dergelijke oldtimerverzekering te bekomen, moet er wel een andere wagen in het gezin zijn waarmee de alledaagse verplaatsingen gedaan worden.